Waar blijft de tweede?

null

“Waar bemoei je je mee”, was Ellens’ eerste gedachte toen ze van een tante de vraag kreeg of er nog een broertje of zusje zou komen voor Max. Een logische vraag op een familiefeestje, veel ouders krijgen na een aantal jaren een tweede.

 

Of toch niet…? Wat bijna niemand wist is hoe groot het verlangen van Ellen is om moeder te worden van een tweede kindje. Hoe ze al lang probeert zwanger te worden, zij en Rien zijn inmiddels met hun vijfde IUI behandeling bezig. Het zou moeten kunnen, bij de eerste is toch ook een spontane zwangerschap ontstaan. Er is geen oorzaak gevonden, waarom dit keer dan niet. Wat zou ze blij zijn als er tenminste een duidelijke reden was gevonden.

 

Ellen is gewend geraakt aan bovenstaande vraag. Ze zal tante, -of buurvrouw, collega, moeders van vriendjes van Max- nooit vragen waar ze zich mee bemoeien, zoveel fatsoen heeft ze wel. Maar wat het haar kost om fatsoenlijk en vriendelijk te blijven, en hoeveel verdriet en teleurstelling ze heeft, zal ze ook niet makkelijk zeggen.

De wens een gezin te stichten is zo legitiem, een gezinswens is echt iets anders dan een kinderwens.

Zo komt Ellen bij mij: met een grote wens om steun bij hoe om te gaan met deze mix aan gevoelens en gedachten omdat “die tweede maar niet komt”.

Al in het eerste gesprek valt op hoe vol Ellen zit. Ze komt zonder haar man, zij heeft er duidelijk de meeste moeite mee: “Rien zou goed kunnen leven als Max ons enig kind blijft, hij vindt dat we tevreden moeten zijn en moeten kijken naar wat we wel hebben”.

 

In mijn praktijk zie ik regelmatig mensen als Ellen. Wat me opvalt is hoe complex juist deze secundaire kinderwens is. De wens een gezin te stichten is zo legitiem, een gezinswens is echt iets anders dan een kinderwens. Misschien is het juist wel extra pijnlijk omdat je in de dagelijks leven voortdurend geconfronteerd wordt met de wereld van gezinnen. Je staat op het schoolplein met zwangere moeders, kunt ze niet mijden. Binnen jouw wereld als moeder kom je kinderen tegen die een broertje of zusje krijgen. Juist dat gun je je eigen kind ook zo. Je omgeving vindt dat je niet moet zeuren, “wees dankbaar, je hebt toch een kind”. Dat maakt het lastig om hardop uit te komen voor je gezinswens.

 

In mijn begeleiding staat centraal dat de wens een tweede kindje te willen, een gezin te stichten, totaal welkom is. Het is legitiem, die wens hoeft niet weg. Soms komt de wens uit en word je zwanger. Soms echter heb je het te doen met de realiteit dat het niet lukt; je blijft vader en moeder van één kind.

In de gesprekken is volop ruimte voor emoties: verdriet, boosheid, teleurstelling, leven tussen hoop en angst, en hoe je weg te vinden met je partner, met je omgeving.

 

Bij Ellen eindigt het verhaal positief: ik ontving vorige week een geboortekaartje. Ik ben blij voor haar en haar gezin.

Joke Vermue